donderdag 27 januari 2011

Sonny Boy brengt Paramaribo terug in de tijd

Sonny Boy brengt Paramaribo terug in de tijd

sonnyboy4

In Paramaribo was het weer even 1920. Want daar werden de opnames voor de speelfilm Sonny Boy gemaakt,  naar de bestseller uit 2004 van Annejet van der Zijl. Dat de opnames werden gemaakt, ging vrijwel aan niemand voorbij. 
Op een aantal plekken in de stad werd de tijd terug gebracht naar negentig jaar geleden. Een grootse operatie waarbij straten werden afgesloten, verkeersborden en straatverlichting werden weggehaald, en meer dan tweehonderd historische kostuums uit Berlijn en Praag waren ingevlogen om bijna honderd Surinaamse figuranten in aan te kleden.

sonnyboy2

Op de historische plek in Suriname, rondom Fort Zeelandia en de omliggende koloniale officierswoningen, zaten vrouwen in hun koto’s, traditionele jurken, achter de stalletjes met groen en kokosnoten, baande een tandeloze hindoe zich met kar en os een weg door de menigte en paradeerde de lichtgekleurde en blanke elite langs de statige koloniale panden. Allemaal voor de film.

De verantwoordelijkheid is enorm, zei Regisseur is Maria Peters, mede omdat het om een waar gebeurd verhaal gaat, en de echte Sonny Boy, Walter Nods, zelf ook nog leeft.

Het verhaal van Sonny Boy gaat over de ouders van Walter Nods (1929): de Surinamer Waldemar Nods (gespeeld door Sergio Hassbaink) en Rika van der Lans (Ricky Koole), een Nederlandse gescheiden vrouw van bijna twintig jaar ouder. Het is een verhaal over een verboden liefde met dramatische afloop. Ook een verhaal over acceptatie en tolerantie, over een gemengd huwelijk, en de gevolgen daarvan, in een tijd dat er nog nauwelijks Surinamers in Nederland woonden.

Waldemar Nods groeide op in Suriname, was van rijke komaf. Een deel van de film wordt opgenomen niet ver van zijn echte ouderlijke huis aan de waterkant. Daar is overigens weinig meer van te zien. Want op die plek staat nu een drive trough fastfood restaurant.


Paramaribo omgetoverd tot filmset voor Sonny Boy


Wandelaars die in maart van een rustige wandeling wilden genieten bij Fort Zeelandia
kwamen bedrogen uit.
Het pittoreske stukje Paramaribo was omgetoverd tot een complete filmset.
In Paramaribo vonden opnames plaats voor de speelfilm Sonny Boy.
De film is gebaseerd op het boek van Annejet van der Zijl. Een waar gebeurd verhaal over de liefde tussen een zwarte Surinaamse jongen en zijn blanke Nederlandse hospita.
 
Ruim dertig personen kwamen over uit Nederland om in vier dagen de scènes op te nemen
die zich in Suriname afspelen.
 












Radio Nederland Wereldomroep
Foto's: Guillo Grant bodyNsoulPhotography

Paramaribo de filmset voor Sonny Boy









Het moet een raar gezicht zijn geweest. Filmcamera's, reflectieschermen, geluidshengels en een hele filmcrew streek dit weekend neer bij Fort Zeelandia. Het pittoreske stukje Paramaribo was voor de opnames van de speelfilm Sonny Boy omgetoverd tot een complete filmset.

Voor de film zijn ruim dertig acteurs vanuit Nederland overgekomen om in vier dagen de scènes op te nemen die zich in Suriname afspelen. Actrice Manouschka Zeegelaar-Breeveld speelt de moeder van hoofdpersoon Waldemar Nods en weet intussen hoe dat gaat: wachten en wachten en wachten.

De warmte in Suriname valt de acteurs zwaar. De kledij uit 1921 die ze moeten dragen, bedekken elk stukje van de donkere huid. "We dragen en heleboel kleren over elkaar heen, zelfs handschoenen", verzucht Zeegelaar-Breeveld. "Hoe lichter je was, hoe beter. Dus ik draag straks een lange jurk met lange mouwen en een parasol."

De filmset in Suriname maakt veel goed. Zeegelaar-Breeveld: "Geweldig om die filmset te zien. Al die prachtige mensen in koto's en kleren uit die tijd, hoedjes uit de twintiger jaren. Ik word echt een beetje emotioneel. Zo'n mooie locatie en zo'n mooi verhaal, dat nu eindelijk verfilmd wordt." Het contrast is groot bij Fort Zeelandia. De acteurs worden omringd door een en al techniek, op de achtergrond klinkt een speedboot.

Regisseur Maria Peters heeft de hele dag nodig voor het begin van de film: de 13-jarige Waldemar die zwemt in de Surinamerivier. Peters is blij dat er op dit mooie stukje Paramaribo gefilmd mag worden. Suriname verleent alle samenwerking. "Wat we wilden filmen mag allemaal." Een andere locatie voor de film was geen optie voor de regisseur. "Paramaribo heeft een eigen architectuur, dat vind je niet zomaar in een ander land."

Interview met Annejet van der Zijl over de verfilming van haar boek Sonny Boy


Interview met Annejet van der Zijl


Gezien in Libelle 5  27-1-2011


De boeken van Annejet van der Zijl (48) zijn een ongekend succes. Nu is er de verfilming van haar boek Sonny Boy – “een extra cadeautje”, zoals Annejet het noemt. Eigenlijk lijkt haar hele leven een cadeautje. “Ik mag de hele dag lekker rommelen met boeken, moet ik dan nog gaan klagen?”


Sonny Boy


De film Sonny Boy, met in de hoofdrollen Ricky Koole en Sergio Hasselbaink, draait vanaf 27 januari in de bioscoop. Van het boek Anna werd een televisieserie gemaakt. Maria Goos is nu bezig met het schrijven van een scenario dat gebaseerd zal zijn op Jachtlust, het eerste boek van Annejet.

“Wil je er alsjeblieft geen loodzwaar verhaal van maken?” Annejet van der Zijl wil het aan het einde van het interview maar even gezegd hebben. “Dat overkomt me namelijk zó vaak. Dat journalisten alleen de zware dingen uit het gesprek pikken.”


Net als Harry Mulisch

We hebben afgesproken in een café aan een Amsterdamse gracht, om de hoek van Annejets huis. Dit stukje Amsterdamse binnenstad is haar habitat, de plek waar haar boeken worden geboren. Ze herkent zich wel in een schrijver als Harry Mulisch, zegt ze, die net als zij een geregeld leven leidde en elk jaar naar dezelfde plek op vakantie ging.
“Als het om hem heen rustig was, kon hij de mooiste avonturen in zijn hoofd beleven. Dat heb ik ook. Ik schrijf het beste als iedereen om me heen gelukkig is en zijn gang gaat, de plantjes water hebben gekregen en het huis is opgeruimd.”

En elke dag op dezelfde tijd beginnen met werken? “Het liefst heb ik dat mijn weken volgens een vast stramien verlopen. Elke dag van tien tot vijf uur werken, een keer in de week sporten, vrijdagavond naar het Italiaanse restaurant hier aan de overkant om even wat mensen om me heen te voelen, in het weekend naar ons huisje aan de kust. Mijn man maakt bladen als Leven in Frankrijk, en hij zei vroeger wel eens: ‘Laten we een huis in Frankrijk kopen met tien hectare grond.’ Maar ik moet er eigenlijk niet aan denken om in de grote verlatenheid te zitten. Ik vind het prettig om het hart van de stad om me heen te hebben. Dat geeft me een geruststellend gevoel.”

Hoe is het om jouw verhaal nu op het witte doek te zien? “Ik beschouw het niet als ‘mijn’ verhaal. Ik heb het mogen lenen van de familie en dan met name van Waldy, de zoon van Waldemar en Rika die als bijnaam Sonny Boy had. Hij gaf mij de ruimte om het verhaal op te schrijven zoals ik wilde en nu wordt het verhaal weer door regisseur Maria Peters doorverteld. Bij de presentatie van Sonny Boy zei hij: ‘Annejet, met dit boek heb je mij mijn ouders teruggegeven.’ Dat was het mooiste compliment dat hij me had kunnen geven. Daarnaast was het een opluchting voor hem om nu eindelijk te weten hoe het zijn ouders na hun arrestatie door de Duitsers was vergaan. Hij had zich er de vreselijkste dingen bij voorgesteld. ”

Heb je nog inspraak gehad op het script? “Ik heb vooraf de castingtapes gezien en Maria stuurde me trouw de verschillende versies van het script toe, maar in principe was het aan haar om met het verhaal te doen wat ze wilde. Ik heb ook gezegd: ik wil liever dat jullie er een geslaagde film van maken dan dat jullie het boek letterlijk volgen en het als film niet werkt. Als je de filmrechten van je boek verkoopt, moet je verder niet zeuren, vind ik.”



Lees het volledige interview met Annejet van der Zijl in interview 5 op bladzijde 22.

Interview: Rosa Koelemeijer. Fotografie: Anja van Wijgerden

Cast Sonny Boy






Sonny Boy recensie

Sonny Boy


Januari 2011

Sonny Boy is het ongelofelijke, waargebeurde verhaal van de liefde tussen de Surinaamse Waldemar en de veel oudere Nederlandse Rika, in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw. De film is niet subtiel, maar wel effectief.

Dat het werk van Annejet van der Zijl nog eens verfilmd zou worden, zat erin.  
Annejet schetst het milieu van haar hoofdpersonen zo levendig dat je als lezer moeiteloos in haar boeken opgaat. Biografieën als romans zijn het, die gewoon uitnodigen tot een bewerking. Eerst was daar Annie M.G., de televisieserie van Dana Nechushtan. Toen volgde het nieuws dat familiefilmmaker Maria Peters Sonny Boy zou regisseren. Literair Nederland was er in het begin niet gerust op.

Bij de openingsscène kan direct worden vastgesteld dat de film in ieder geval even sfeervol is als het boek. Een Surinaams jongetje speelt met vriendjes in de rivier...
 De aankleding is piekfijn in orde en de sfeer komt goed over. 
Vooral de volwassen acteurs zijn uitstekend gecast.

Als Rika (Ricky Koole) ontdekt dat haar man (Marcel Hensema) vreemdgaat, verhuist ze met haar vier kinderen van Zeeland naar Den Haag. Daar wordt ze verliefd op kostganger Waldemar (Sergio Hasselbaink). Door de ogen van Waldemar is Nederland een naargeestig, racistisch land. 'Zwarte Piet!' roept een joch in de tram. 'Da's geen echte', sist zijn moeder. De relatie tussen een getrouwde Nederlandse en een zeventien jaar jongere Surinamer stuit in de jaren dertig op weerstand en afkeuring. Hun zoon Waldy, die al snel de bijnaam Sonny Boy krijgt, kost Rika zelfs het contact met haar andere kinderen. En dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Rika en Waldemar nemen onderduikers op in hun pension, maar lijken niet voldoende te beseffen welk gevaar ze daardoor lopen.

De dramatiek in Sonny Boy wordt stevig aangezet. Dat is soms jammer, want het verhaal is immers al dramatisch genoeg. Toch is het geen afgezwakte versie van het boek geworden. Daarvoor is het spel te goed, de regie te doeltreffend en de art direction te sterk. Peters heeft opnieuw gedaan waar ze goed in is: een effectieve film voor een groot publiek maken.




Recensie Sonny Boy

Sonny Boy begint in de jaren ’20, wanneer Waldemar (Sergio Hasselbaink) vanuit Suriname naar Nederland vertrekt. Als zwarte wordt hij met de nek aangekeken, maar dat weerhoudt hem er niet van om hard door te studeren en een carrière op te bouwen. Hij vindt onderdak bij Rika (Ricky Koole), die net is weggegaan bij haar overspelige man en nu met vier kinderen de eindjes aan elkaar probeert te knopen. Rika en Waldemar moeten allebei in een isolement een nieuwe toekomst opbouwen en lijken alleen aan elkaar steun te hebben.

Rika wordt zwanger, tot grote woede van haar man (ze is nog niet gescheiden), die alles op alles zet om de kinderen bij haar weg te krijgen. Waldemar en Rika blijven achter met hun pasgeboren zoontje Waldy ‘Sonny Boy’. Ze proberen er het beste van te maken, maar met de opkomst van het nazisme wordt de situatie nog moeilijker. 

Er is veel aandacht besteed om dit waargebeurde verhaal, gebaseerd op het boek van Annejet van der Zijl, zo overtuigend mogelijk in beeld te brengen. Het Nederland van de jaren ’30 en ’40 wordt fraai verbeeld met gedetailleerde kostuums en decors. En hoewel Sergio Hasselbaink als Waldemar wel erg goed Nederlands spreekt voor een net geëmigreerde Surinamer, heeft Sonny Boy over het algemeen een overtuigende cast.

In gesprek met de regisseur van Sonny Boy

In gesprek met de regisseur van Sonny Boy



Vanaf deze week draait de film Sonny Boy in de bioscoop. Biosagenda.nl sprak met uitgebreid regisseur Maria Peters over deze film.
Biosagenda: het is nu januari 2011: wanneer bent u precies begonnen met de film?
Maria Peters
(MP): We stonden een jaar geleden aan de vooravond van draaien. We begonnen in februari 2010. Dat was ook een hele spannende tijd. Dat vind ik nu ook vreemd. Een jaar geleden moest alles nog worden opgenomen. De voorbereidingen en het schrijven ben je zo'n 4, 5 jaar mee bezig. Net toen het boek uit was zijn we er mee aan de slag gegaan. Pieter Van de Waterbeemd zag het boek liggen en die wilde er heel graag scenario voor schrijven. We konden de rechten nog krijgen dus we hebben Annejet van der Zijl en de uitgeverij benaderd. Daarmee hadden we nog geluk want er waren meer kapers op de kust.

Biosagenda: Hoe gaat dat proces dan verder? Het boek ligt in de boekhandel, iemand besluit een film te maken, en dan?

MP: Dan ga je gewoon aan de slag. Je maakt een plan voor het scenario. We hebben best gezocht naar de vorm. We hebben meerdere scenario's gehad. De eerste scenario duurde zo'n vier uur. De film duurt nu nog lang, kan je nagaan. Uiteindelijk hebben we 12 verschillende versies van het scenario's geschreven. We hadden natuurlijk te maken met iets wat waar gebeurd is dus we besloten daar mee niet aan de haal te gaan en de gebeurtenissen naar je hand te zetten. Annejet zei wel eens voor de grap dat we er alles mee mochten doen wat we wilden. Als je dan de echte Waldy ontmoet, die nu 81 is, besef je dat hij het echt allemaal heeft mee gemaakt. Je zou willen dat het verhaal beter afloopt maar dat is nou eenmaal niet zo.


Biosagenda: In het boek staan achterin allemaal bronvermeldingen. Heeft u die ook allemaal nagelezen?

MP: Annejet heeft dat allemaal uitgezocht. Zij is daar 2 jaar mee zoet geweest dus ik ging er blind van uit dat zij dat getrouw heeft gedaan. Ik heb toen het scenario af was wel heel veel boeken gelezen over het dagelijks leven in die tijd en hoe het was om onderduikers in huis te hebben. Wat veel mensen bijvoorbeeld niet beseffen is dat mensen daar gewoon geld voor kregen.

Biosagenda: Hoe verliep de samenwerking met Annejet verder?

MP: Annejet was ontzettend fijn om mee te werken. Zij merkte dat we integer met het verhaal omgingen. Ik heb haar vaak benaderd om te vragen naar bepaalde karakters die mij niet duidelijk waren. Dan kreeg ik bijvoorbeeld foto's van die mensen. Ze liet ons vrij maar help ons om verder te komen als dat nodig was.

Biosagenda: Kijkt zij dan nog naar het scenario?

MP: Elke keer als een scenario af is denk je dat het de schrijver het wel een keer moet lezen maar zij was heel druk bezig met haar boek Bernhard op dat moment dus dat wilde ze eigenlijk niet. Ze zei ons wel dat we het Sefanja Nods moesten laten lezen. Dat is de schoondochter van Waldy en zij is de degene die ooit dit verhaal aan Annejet heeft verteld. Zij las dus wel af en toe over onze schouder mee.

Biosagenda: Voor de film is er ook in Suriname gefilmd. Wat kunt daar over vertellen?

MP: Het was een hele onderneming. Je moet een periode creëren daar want het speelt zich af in 1921. En alles moest mee: dus camera's, kleding, props, het licht en ga zo maar door. We wilden ook graag ezeltjes want die hadden we op foto's gezien. Er waren in Suriname echter geen ezeltjes meer te vinden dus die hebben we uit Frans Guyana gehaald. Ook was er in heel Suriname geen zeilboot te vinden. We hebben een scene waarin de vader van Waldemar hem uitzwaait vanaf een boot en die boot hebben we dan op het IJsselmeer gefilmd. Dus dat hebben we met vernuftige technieken in elkaar gezet. Maar de samenwerking met de lokale bevolking was heel erg leuk. De mensen werkten heel hard en werkten heel goed mee.

 

Maria Peters:

"Je zou willen dat het verhaal beter afloopt maar dat is nou eenmaal niet zo..."



Biosagenda: U staat bekend om uw jeugdfilms. Is er nu een wezenlijk verschil tussen een jeugdfilm en een volwassen film?

MP: Een volwassen film is prettig om dat je ook met volwassen acteurs werkt. Zij hebben het over het algemeen veel ervaring. Ze hebben technieken om hun emoties te uiten: dat hebben ze geleerd. En met kinderen is dat altijd afwachten of ze dat elke keer weer kunnen uiten. Je neemt toch vaak vier takes op. Maar in deze film hadden we ook veel kinderen. Voor een karakter hadden we ook nog eens meerdere kinderen nodig van verschillende leeftijden. Dus daar hebben we veel zorg aandacht besteed.

Biosagenda: In recensies komt vaak de kanttekening naar voren dat de dialogen wat onnatuurlijk kunnen overkomen. Wat vindt u daarvan?

MP: dat is natuurlijk niet mijn opzet. Je probeert dat natuurlijk zo goed mogelijk te doen. Ik kan me het wel voorstellen. Maar om aan te geven: die zin van Kees Kaptijn, “Ik ben Kees Kaptijn, de grootste jodenbeul van Nederland”, was echt zijn openingszin! Annejet van der Zijl heeft dat uit historische bronnen gehaald en als filmmaker laat je dat niet liggen. Als mensen dan denken dat het niet waar is dan is dat jammer maar dat is toevallig echt zo gezegd. In recensies worden een paar zinnen aangehaald maar ik denk dat de rest toch redelijk natuurlijk is. Pieter Van de Waterbeemd en ik zijn daar toch redelijk secuur in geweest. Ik kan het nu niet meer terugdraaien in ieder geval.

Biosagenda: U bent nu op een promotietour waar u met publiek samen naar de film kijkt. Hoe reageert dit publiek op de film?

MP: Ik merk zelf in ieder geval dat de film ontroert. Mensen komen echt naar me toe en zeggen 'het is zo'n mooie film en ik vind het echt prachtig'. Dat hoeven de mensen natuurlijk niet tegen mij te zeggen. In Helmond gingen de mensen zelf staan applaudisseren. Dat hoeft natuurlijk niet. Ik was daar eigenlijk wel van ontdaan en ontroert. Ik dacht: goh het heeft ze wel wat gedaan. Je weet was hoe hoe de mensen gaan reageren als ze de film zien. Mijn cameraman zei laatst tegen me: Maria, je bent alleen maar verantwoording aan jezelf verschuldigd.

Het boek Sonny Boy, recensie en samenvatting

Het boek Sonny Boy



Beschrijving

In de herfst van 1928 zien Waldemar Nods en Rika van der Lans elkaar voor de eerste maal. Het is een ontmoeting tussen twee werelden: hij is zwart, zij blank hij nog geen twintig, zij al bijna veertig hij is een student uit het exitisch Suriname, zij is oer-Hollands, getrouwd en moeder van vier kinderen. Als kort daarop blijkt dat zij zwanger is van haar zwarte kostganger is het schandaal niet te overzien.De prijs is hoog: Rika verliest haar kinderen, Waldemar zijn geliefde vaderland. Toch weten ze middenin de crisistijd een voorspoedig bestaan op te bouwen met elkaar en hun zoon Waldy, hun eigen 'Sonny Boy'. Dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Terwijl zijn grootmoeder die zich ooit ontworstelde aan haar joodse slavenhouder, wagen Waldemar en Rika nu hun leven om joden te redden - met alle consequenties van dien.Sonny Boy is, om met de historicus Sebastian Haffner te spreken, 'het verhaal van een wonderlijk leven onder wonderlijke omstandigheden'. Het voert de lezer langs enkele van de meest fascinerende episodes van de westerse geschiedenis - van een dromerige katoenplantage in koloniaal Suriname en het Gouden Paramaribo tot de verschrikkelijke laatste oorlogsmaanden in het noorden van Duitsland. Maar bovenal is het de ontroerende en hartverscheurende geschiedenis van een onmogelijke liefde die toch kon.


NBD|Biblion recensie

Najaar 1928 ontmoeten de 19-jarige Surinaamse student Waldemar en de Hollandse Rika, bijna veertig, getrouwd en moeder van vier kinderen, elkaar. Ze worden verliefd, krijgen een verhouding en Rika wordt zwanger. Een schandaal met verstrekkende gevolgen: Rika raakt haar kinderen kwijt, Waldemar kan niet terug naar Suriname. Maar ze blijven bij elkaar en bouwen in de crisisjaren een nieuw leven op met hun zoon Waldy, 'Sonny Boy'. Waldemar werkt op een bank, Rika runt een goedlopend pension in Scheveningen en probeert de band met haar familie en kinderen te herstellen. In de Tweede Wereldoorlog wagen ze hun leven door onderduikers in huis op te nemen, wat hen duur komt te staan. Goed geschreven, boeiende en ontroerende, waargebeurde levensgeschiedenis van twee gewone, maar ook heel bijzondere mensen. Uitstekend gedocumenteerd en van achtergrondinformatie voorzien (van de geschiedenis van Waldemars voorouders in Suriname t/m de manier waarop de Duitsers in WO II tegen negers aankeken). Met twee fotokaternen, nawoord van de auteur, bronnenverantwoording, en een beknopte bibliografie. Het boek heeft veel aandacht in de media gekregen. Van der Zijl schreef o.a. Anna, de veelgeprezen biografie van Annie M.G. Schmidt. Kleine druk.

(Biblion recensie, Redactie)


















Samenvatting van het boek Sonny Boy 

In de proloog wordt Waldemar geïntroduceerd. Het is een Surinaamse jongen die in Suriname woont. Het is op dat moment 1923 en Waldemar houdt er erg van om in de Surinamerivier te zwemen.

In 1928 kijkt Rika Hagenaar-van der Lans terug op haar leven. Op dat moment is ze net weggegaan bij haar echtgenoot, Willem Hagenaar.

Ze komt uit de streng katholieke familie Van der Lans en ze is een knappe meid. Op 16 jarige leeftijd werd ze verliefd op Willem, die protestants was opgevoed. Dit leidde toch hevig verzet bij de familie, maar uiteindelijk gaven ze toe aan de liefde van Rika voor Willem. Ze gaven zelfs toestemming voor een huwelijk, dat dan ook plaatsvond. Ze hebben een erg goed leven in Den Bosch en krijgen 4 kinderen. Willem, Lamertina, Jan en Henk Maar dan moet Willem voor zijn werk verhuizen naar Goedereede, een klein plaatsje op een eiland in Zuid-Holland. De overgang is groot van het vrije Den Bosch naar het conservatie boerdendorp. Rika probeert zich aan te passen aan de situatie, maar dit lukt niet. Dit leidt tot ruzies met Willem waarbij hij haar zelfs zal slaan en uiteindelijk besluit ze te vluchten naar haar familie in Den Haag.

Ze gaat bij haar zus Jo wonen en ook haar kinderen trekken in. Rika is inmiddels al bijna 40. Ze besluit om voor de kost een pension op te zetten. Al vrij gauw komt er een eerste klant. Het is de 20 jarige Waldemar, afkomstig uit Suriname.

Ze kan al snel erg goed opschieten met Waldemar en ook de kinderen kunnen goed overweg met deze exotische man. Maar als blijkt dat Waldemar en Rika een relatie hebben, voelen 2 van de kinderen (Willem en Jan) zich verraden en vluchten naar hun vader in Goedereede. Hij is razend als hij hoort dat zijn ex-vrouw een relatie heeft met een neger. Hij probeert alle kinderen op te eisen, wat hem met juridische dreiging en advocaten ook lukt. Ze mogen dan ook geen contact meer met hun moeder hebben. Een zwaar verlies voor Rika. Ze stuurt haar kinderen elke week brieven en cadeautjes.

In 1929 bevalt Rika van een zoon, Waldy genaamd. Ze geven hem de bijnaam ‘Sonny Boy’. Rika en Waldemar zijn blij, maar andere mensen niet. Haar familie en vrienden willen niets meer met haar te maken hebben; terwijl ze officieel nog getrouwd was met Willem, heeft ze een kind van een neger gekregen! Een ware schande!

Toch zijn Rika en Waldemar gelukkig, hoewel ze het ook financieel niet gemakkelijk hebben. Rika is de rijkdom met Willem nog gewend, terwijl ze nu keihard moet werken voor het geld. Ze betaalt ook Waldemars studie, die uiteindelijk ook afstudeert en een baan vindt.

Dan verhuizen ze naar Scheveningen, waar Rika opnieuw een pension start, genaamd pension Walda. Ditmaal is het een groots succes. Vanwege haar hartelijkheid en goede kookkunsten staan er slechts lovende woorden in het gastenboek. Er komen steeds meer gasten en het gaat ze voor de wind, totdat de oorlog uitbreekt in 1940.

Aanvankelijk zijn de gevolgen niet zo groot, behalve dan dat er regelmatig Duitse soldaten in het pension overnachten. Deze zijn ook zeker niet onvriendelijk en Rika maakt zich daarom niet zoveel zorgen om de oorlog. Maar dan komt het bericht dat van Scheveningen één grote verdedigingsvestiging gemaakt wordt. Rika krijgt een nieuw huis, waarin ze o.a. (Joodse) onderduikers gaat opvangen, op aandringen van verzetsman Kees Chardon. Aanvankelijk vooral vanwege het geld wat het oplevert, maar later puur uit liefde en zorg voor de bedreigde mensen. Rika is echter niet erg voorzichtig.

Op een dag worden ze verraden en ze belanden in de gevangenis. In de gevangenis zijn ze 7 jaar getrouwd. Rika wordt ondervraagd door de uiterst beruchte NSB’er Kapteit, die later zelf de doodstraf zou krijgen. Ze wordt veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf wegens ‘Judenhilfe’. Ze wordt overgeplaatst naar het als tamelijk gunstig bekendstaande kamp Vught. De omstandigheden zijn hier nog niet onmenselijk en ook Waldemar en Kees Chardon bevinden zich in dit kamp, zij het op de mannenafdeling. Toch krijgt ze hier Waldemar nog voor een laatste keer te zien.

Dan worden ze getransporteerd naar verschillende Duitse kampen. Rika komt terug in het Duitse kamp Ravensbrück. Ze dacht dat het er ook nog wel te doen zou zijn, maar niets is minder waar. Het is er zwaar overbevolkt, er heersen ziektes en het is er een complete chaos. Contact met het thuisfront d.m.v. brieven zit er ook niet meer in. Als er dysenterie uitbreekt, is Rika één van de zieken. Ze wordt apart gezet en overlijdt. Waldemar zal het langer uithouden, zo blijkt later.

Het gaat niet goed met Sonny Boy. Nederland is op dat moment al bevrijd. Eerst had Sonny Boy bij zijn grootouders gewoond, maar die konden de zorg niet meer aan. Vervolgens was hij naar zijn favoriete tante Jo gegaan. Hij had via het Rode Kruis gehoord wat er met zijn moeder is gebeurd en over zijn vader wist hij aanvankelijk nog niets. Hij had grote psychische problemen en psychologen raadden hem aan om zijn leven op te schrijven. Dit lukt hem echter niet. Hij gaat studeren en trouwt, maar het huwelijk mislukt.

Dan wordt er in de epiloog verteld over Waldemar. Het is op dat moment 3 mei 1945, bijna het einde van de oorlog. Waldemar is aan de gruwelijkheden van het gevangenkamp ontsnapt en bevindt zich op een cruiseschip, waar alle gevangen opgezet waren. Uitgerekend door een Amerikaanse bommenwerper wordt het schip gebombardeerd. Waldemar heeft de keuze tussen aan boord blijven en zwemmen. Hij kiest, als fervente zwemmer, voor het laatste. Hij haalt zelfs de oever maar daar aangekomen wordt hij door paniekerige Duitse soldaten doodgeschoten.

”Bloed mengde zich met ijskoud water, maar Waldemar voelde al geen pijn meer. Hij wiegde op de golven, en de zee spoelde alle vuil en ellende van hem af. Het water was zijn vriend, zoals het dat altijd was geweest”

Sonny Boy



Sonny Boy is de reconstructie van een hartverscheurende verboden liefde tegen de achtergrond van de meest fascinerende periodes van de vorige eeuw; van Paramaribo rond 1900 tot de crisis jaren in Nederland en de verschrikkingen van het nazi-regime en de concentratiekampen. Maar het is vooral het verhaal van Waldy, Sonny Boy, de zoon van de jonge Surinamer Waldemar Nods en de 20 jaar oudere Nederlandse Rika van der Lans.

Regie: Maria Peters
Cast: Ricky Koole